In de Bijbel staan veel verhalen waarin het thema Vieren een rol speelt. Eén daarvan is het verhaal over een jonge zoon die op reis gaat. Als hij berooid terugkomt, viert zijn vader feest. Lees dit verhaal in de klas of geef het aan de kinderen mee. Bespreek de vragen.
De verloren zoon (Lucas 15:11-32)
Als de jongste zoon berooid terugkomt bij zijn vader, is het groot feest. Dit tot groot ongenoegen van de oudste zoon.
‘Het is feest,’ zegt de vader. Hij laat zijn knechten de tafel dekken en het eten klaarmaken. Er klinkt muziek en de mensen druppelen het huis binnen. Er wordt gedronken en gedanst. De vader kijkt de kamer in. Tussen al die mensen ziet hij zijn jongste zoon staan. Hij ziet er nog wat mager en witjes uit, maar dat zal snel verdwijnen, denkt de vader. Hij is zo lang aan het zwerven geweest en heeft veel honger gehad. Nu hij weer thuis is, zal er goed voor hem gezorgd worden. Hij zal snel aansterken. De vader ziet hoe de gasten zijn jongste zoon op de schouder slaan en een knuffel geven. ‘Welkom terug!’ zeggen ze.
‘Wat is hier aan de hand?’ Buiten, in de deuropening, staat de oudste zoon. Hij is na een lange werkdag thuisgekomen. ‘Goed nieuws’, zegt de vader. ‘Je broertje is teruggekomen!’ De oudste zoon is boos. ‘En hij krijgt een feestje?’ roept hij. ‘Mijn broertje heeft er een potje van gemaakt. Hij is er met de erfenis vandoor gegaan en ging totaal zijn eigen gang. Hij liet mij achter met het werk. En nu krijgt hij een feestje?’
De vader kijkt zijn oudste zoon aan. ‘Lieve jongen’, zegt hij. ‘Jij bent altijd bij mij geweest. Alles wat van mij is, is ook van jou. Maar ik was je broertje kwijt en ik heb hem teruggevonden. Dat is toch een feest waard?’
Om over na te praten
- Welke vraag zou je willen stellen aan de jongste zoon, de oudste zoon en de vader?
- Welke tip zou je aan hen willen geven?
- Wat valt er te vieren in dit verhaal?
- Wat leer je zelf over vieren in dit verhaal?
