Thema: Vrijheid

Vrijheid in de klas: Vrijheid en gebondenheid, een gesprek in de klas

Wanneer voelen kinderen zich vrij in de klas? En wanneer niet? Dit gaan ze verkennen. Eerst door een ervaringsoefening, daarna door de vragen te bespreken.


Ervaringsoefening en vragen voor in de klas

De volgende oefening laat kinderen het verschil ervaren tussen gebonden en vrij zijn. Door de vragen te bespreken geven kinderen woorden aan hun gevoel van vrijheid en gebondenheid in de klas.

Ervaringsoefening

Maak groepjes van ongeveer zes. Elk groepje gaat met de schouders tegen elkaar in een kring staan. Dan geeft iedereen een ander zijn rechterhand. Dit mag niet degene zijn die direct naast je staat. Daarna geven de groepsleden elkaar de linkerhand. Ook weer niet degene naast je en ook niet degene die je de rechterhand hebt gegeven.
Bespreek even hoe dit voelt. Geef dan de groep de opdracht om zich vrij te maken. Dit kunnen ze doen door onder elkaars handen door te kruipen of er overheen te stappen. Ze mogen elkaars handen niet loslaten. Lukt het?
Laat elkaar los en schud even los. Hoe voelt het om vrij te zijn?

Alternatief

Laat de kinderen hun jas aandoen, en de armen naar binnen stoppen. Ze kunnen nu hun handen niet meer gebruiken. Geef de leerlingen enkele opdrachten. Bijvoorbeeld: stop een boek in je laatje en dans op een vrolijk muziekje. Ook tijdens het dansen zullen de leerlingen merken dat ze in hun bewegingen belemmerd worden. Laat de kinderen daarna zichzelf bevrijden en beschrijven hoe dit voelt.

Vragen

  • Wanneer voel jij je vrij op school?
  • Wanneer niet?

Gerelateerde artikelen