Er zijn van die verhalen die zowel kinderen als volwassenen diep kunnen raken. Die een glimlach op je gezicht toveren, een traan over je wang laten rollen, die de bevrijdende betrekkelijkheid van de dingen laten zien, of juist de grote waarde en schoonheid ervan. Kinderen luisteren naar deze verhalen en zeggen er dan onverwachte en rake dingen over. Volwassenen weten: dit zijn de tijdloze verhalen die gaan over óns, over ons hart en onze ziel.
Twee van die verhalen die de moeite van het (voor-)lezen meer dan waard zijn, zijn De kleine prins en De gelukkige prins. We geven hieronder een fragment weer, om over in gesprek te gaan met je kinderen.
De Kleine Prins – Antoine de Saint-Exupéry
Dit boekje uit 1943 dat in 80 talen vertaald werd wordt tot op de dag van vandaag verkocht en gelezen.
Een piloot die een noodlanding moet maken in de Sahara, ontmoet een kleine prins met wie hij een tijdje optrekt en van wie hij uiteindelijk, met pijn in zijn hart, ook weer afscheid moet nemen.
De kleine prins leert hem met andere ogen te kijken naar de werkelijkheid, met de blik van een onbevangen kind dat zich verwondert over de grote mensen en over wat zij zoal denken en doen.
Goedendag, zei de kleine prins.
Goedendag, zei de koopman.
Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt eens in de week een pil en voelt nooit meer de behoefte aan drinken.
Waarom verkoop je die? vroeg het prinsje.
Het is een grote tijdsbesparing, zei de koopman. De geleerden hebben het uitgerekend. Je spaart drieënvijftig minuten in de week.
En wat doe je dan met die drieënvijftig minuten?
Daar doe je mee wat je wilt…
Als ik drieënvijftig minuten over had, dacht het prinsje bij zichzelf, dan liep ik heel rustig naar een bron…
De gelukkige prins – Oscar Wilde
Dit verhaal uit de 19-de eeuw wordt wel gezien als één van de mooiste sprookjes. Oscar Wilde zou het geschreven hebben voor zijn twee kinderen.
Een prins die een zorgeloos leven leidde, krijgt na zijn dood een mooi standbeeld met bladgoud, robijnen en saffieren. Nu hij niet meer onbezorgd binnen de muren van het paleis leeft maar uit kan kijken over de hele stad, ziet hij het verdriet van de mensen. Een kleine zwaluw die te laat was om nog te overwinteren in Egypte, strijkt op hem neer. De prins vraagt hem om alles wat waardevol aan hem is naar mensen te brengen die het nodig hebben. Tot slot blijft er niets meer van hem over dan zijn gebroken loden hart. De kleine zwaluw, uitgeput van al het vliegen, ligt dood aan zijn voeten.
…Wat vreemd is dat, zei een voorman van de werklui in de gieterij.
Dit gebroken hart wil niet smelten in de oven. We moeten het maar weggooien.
Dus gooiden ze het gesmolten metaal op de vuilnisbelt waar ook de dode zwaluw lag.
Breng me de twee belangrijkste kostbaarheden uit de stad, zei God tegen één van zijn engelen.
En de engel bracht hem het loden hart en het dode vogeltje.
Je hebt juist gekozen, zei God tegen de engel, want in mijn tuin zal deze kleine vogel voor eeuwig zingen en in mijn stad van goud zal de Gelukkige Prins mij prijzen.